Wettelijk gezien is het stadsbestuur enkel verplicht om de verdelging van de muskusrat ten laste te nemen. Op dit moment is de muskusrat in Harelbeke uitgeroeid. Er zijn geen wettelijke verplichtingen inzake verdelging van de bruine of zwarte rat.
Inwoners moeten dus in de eerste plaats zelf de nodige initiatieven te nemen ter bestrijding van deze rattensoorten.
Op deze pagina vind je een aantal tips voor efficiënte rattenbestrijding.
Dit kan inhouden:
- vergif aankopen en aanbrengen
- rattenvallen uitzetten
Er kan ook een beroep worden gedaan op private ongediertebestrijdingsdiensten.
De stad voert zelf wel rattenbestrijding uit op het openbaar domein. De verdelging gebeurt door een eigen rattenverdelger.
Tips voor een efficiënte rattenbestrijding
De ‘rat' is één van de meest voorkomende diersoorten op aarde. Ratten kan je overal aantreffen : in en nabij woningen, schuren, rioleringen maar ook in het open veld, langs water enz. Om efficiënt te kunnen bestrijden is het van belang te achterhalen welke rat je hebt gezien.
Op het grondgebied van Harelbeke zal je voornamelijk de Bruine Rat (Rattus norvegicus) aantreffen. Ook de Zwarte Rat (Rattus rattus) wordt opnieuw in onze streken aangetroffen, voorlopig nog in mindere mate.
Door de intensieve bestrijding van de Muskusrat komt deze soort niet meer voor op het grondgebied van Harelbeke. De gemeentelijke rattenverdelger voert regelmatig inspecties uit langs beken, sloten en waterpartijen. Op die manier wordt voorkomen dat de Muskusrat zich opnieuw op ons grondgebied zou kunnen vestigen.
Om ratten efficiënt te kunnen bestrijden is het belangrijk te weten hoe ze er uit zien en hoe ze leven.
Bruine Rat Zwarte Rat
De Zwarte Rat (of huisrat) heeft ten opzichte van de Bruine Rat (of rioolrat) een groter oog en grotere oren. De staart van de Zwarte Rat is langer dan deze van een Bruine Rat. Dus : als je van een dode rat de staart over de rug legt en hij komt tot over de kop van de rat heb je veel kans dat je een Zwarte Rat vast hebt.
Algemeen
Bruine Ratten leven in een sociale structuur : er zijn familiegroepen met 1 dominant mannetje, 1 of meer vrouwtjes met hun nakomelingen (meerdere generaties). Ze herkennen elkaar op geur. Daarnaast zijn er ook individueel wonende dieren. De dominante rat is meestal het oudste dier, dat is niet altijd het grootste exemplaar. Mannetjes zijn tegenover elkaar agressief in de aanwezigheid van vrouwtjes.
Het leefgebied van de Rat (is niet gelijk aan z'n territorium) kan heel uitgebreid zijn (tot 3,3 km van het nest), maar meestal worden er slechts kleine afstanden afgelegd. Mannetjes gaan gemiddeld tot 660 m rond het nest, vrouwtjes tot 340 m. Ze verplaatsen zich vnl. langs houtkanten (= beschutting). Soms gaan ze het open veld in, maar dat is eerder uitzonderlijk. Toch durven ze wel eens een open veld tot 500 meter ver inlopen. Mannetjes verwisselen om de 7 dagen van woonst- of rustplaats, vrouwtjes om de 14 dagen.
Ratten zijn voornamelijk actief tussen 18u00 en 6u00. Ze graven liefst in losse, droge en licht hellende grond. Soms graven ze tot 3 meter diep, maar over het algemeen gaan ze niet dieper dan 0,5 meter. Ze maken korte gangen, maar met een heel complex gangenstelsel. Oude verlaten nesten kunnen ook opnieuw in gebruik worden genomen. Ze durven ook oude konijnenpijpen in gebruik te nemen. Het zijn goede klimmers (recht omhoog op muren), kunnen vanuit stilstand 77 cm hoog en 1,2 meter ver springen, kunnen zwemmen tegen een snelheid van 1,4 km/h en kunnen zich (in bv. een waterton) tot 72 h drijvende houden. Ze trekken ook heel goed hun plan onder water. Langer dan 1 minuut kunnen ze niet onder water blijven.
Reproductie
De reproductie is bijzonder. Een volledige cyclus duurt 4 tot 6 dagen en verloopt in 4 fasen. Na de ovulatie (6 tot 12u erna) wordt het vrouwtje door talrijke mannetjes achtervolgd. Er zijn in die periode makkelijk 200 tot 500 paringen. De dracht duurt 20 tot 24 dagen, ze werpen 1 tot 15 jongen met een gemiddelde van 7,9 tot 9,9 jongen per worp. Na 7 à 10 dagen zijn de jongen volledig behaard en kunnen ze zien. Na 20 dagen zijn ze gespeend.
Een rat heeft 2,2 tot 6,4 worpen per jaar, een jaarlijks aantal jongen van 18,5 tot 53,4. Jonge ratten zijn geslachtsrijp na 8 à 12 weken. Is er minder voedsel, dan zijn er minder jongen. Voedseltekort kan de bevruchting verhinderen.
In gevangenschap kunnen ratten lang leven, maar in 't veld is er een lage overlevingsgraad. Rond boerderijen bijvoorbeeld leeft (zonder bestrijding) slechts 5 % van de ratten langer dan 1 jaar.
Zintuigen
Het belangrijkste zintuig van de Bruine Rat is z'n tastzin (snorharen en tastharen in pels). Aan de hand van aanrakingen wordt er een beeld gevormd van de omgeving (daarom volgen ratten ook 'structuren' in het landschap en hebben ze een vast 'looppatroon' met wissels). Ook bepaalde 'spierbewegingen' worden gememoriseerd (bijvoorbeeld : een sprong naar het hol vanuit een voedselplaats als reactie op een dreigend gevaar).
Ratten kunnen verschillende smaken ervaren. Het zicht is relatief onbelangrijk. Ratten zijn kleurenblind en zien weinig scherp (het kleur van een lokaas voor rattenbestrijding speelt dus geen rol). Toch kunnen ze voorwerpen tot op een afstand van 15 meter herkennen. Geur is eveneens een zeer belangrijk zintuig. Ze zetten geurvlagen af (voor reproductie, familieherkenning, ...).
Het gehoor van de Bruine Rat is zeer goed ontwikkeld. Ze gebruiken eveneens ultrasonen (cfr. vleermuis) naast herkenbaar en hoorbaar geluid (je kan dus met ultrasoon geluid ratten 'wegjagen').
Eetgedrag
Het zijn alleseters, maar ze eten bij voorkeur graan. Ze eten tot 1/10 van hun lichaamsgewicht per dag, afhankelijk van het aanbod. Het eetgedrag is heel sterk gebonden aan een 'leerproces' (hoe ze het zijn geleerd). Verder zijn het neofobe dieren voor wat betreft voedsel : ze gaan niet vlug nieuwe voedselbronnen in hun omgeving uitkiezen. Ze eten liever het vertrouwde (daarom is het soms moeilijk om 'volwassen' ratten die gewoon zijn van zaden te eten te vangen met bijvoorbeeld kaas). Ze slaan ook voedsel op (brengen het naar hun nest).
Muskusrat
De Muskusrat is een aan water gebonden grote rat. Door de efficiënte bestrijding tijdens de laatste 15 jaar worden er langs wateringen in Harelbeke geen muskusratten meer aangetroffen. Niettemin is het belangrijk om oplettend te blijven. Het is dan ook een blijvende taak van onze ‘rattenverdelger' om de nodige inspecties uit te voeren en eventuele maatregelen te nemen ter verdelging van de Muskusrat.
Het komt er vooral op aan om goed te observeren waar de ratten vandaan komen en waar ze naartoe vluchten. Je moet ze dus eerst observeren, hun gedrag, hun vluchtwegen, hun voedselbronnen, hun normale verplaatsingspatronen (sporen en wissels) proberen te vinden. In de meeste gevallen volstaat het om de continue voedselbron waarop de ratten afkomen (groenten, kippenvoer, ...) weg te halen ! Indien nodig kan je ze verdelgen door gebruik van vallen en/of door gebruik van giftig lokaas.
Gebruik van vallen
Vallen plaats je in de vroege schemering op een aantal cruciale plaatsen: op hun sporen, wissels, nabij voedselbronnen, ... Best langs bv. muren omdat ratten zich liefst ‘in dekking' van gebouwen verplaatsen). Er zijn allerlei types van vallen verkrijgbaar in alle doe-het-zelf-zaken en tuincentra. Je plaatst het lokaas (kaas, vogelzaad, gepelde pindanootjes, chocolade, best een lokaas met een duidelijke geur) op de val en zet die op scherp. Als je kan neem je de voedselbron van de ratten weg en vervang je die door een val. Zorg er in elk geval voor dat de kans klein is dat andere dieren (huisdieren) of kinderen bij de vallen kunnen. 's Morgens neem je de vallen weer weg - zo voorkom je ook dat bv. vogels in de vallen terecht komen én voorkom je gewenning van de ratten aan de vallen (ratten zijn heel slim, op sommige plaatsen zullen vallen na een aantal keer 'prijs' nooit meer succes hebben). Ratten leven toch voornamelijk in de schemering of zijn nachtactief.
Voor bepaalde toepassingen (bv. kippenhokken) bestaan er ook ‘inloopvallen' waarin de ratten levend worden gevangen. De meest efficiënte methode om op die manier gevangen ratten te doden is verdrinking. Onthoud wel dat je de val langer dan 1 minuut onder water dient te houden.
Vergif
Er bestaan vele soorten rattenvergif. Het werkend bestanddeel is een bloedverdunnend middel dat pas geruime tijd na de inname door de rat begint te werken. Op die manier wordt voorkomen dat de rat een ‘herinnering' aan ‘slecht bekomen voedsel' in zijn hersenen kan stockeren. Zorg er steeds voor dat je de nodige veiligheidsvoorzieningen treft bij het werken met vergif : gebruik steeds handschoenen en was je handen na elk gebruik.
Je kan het vergif op de plaatsen waar je de ratten ziet leggen : op hun sporen, op wissels, in de holen waar je ze ziet in verdwijnen, enz.
Belangrijk bij het verdelgen van ratten : volhouden. Als het rattenvergif is verdwenen vul je het opnieuw aan met nieuw rattenvergif. Zolang het rattenvergif verdwijnt zijn er ratten die het vergif opeten !
Nog meer dan bij het gebruik van vallen is hier van belang om het vergif toch af te schermen voor andere dieren (bv. huisdieren, kippen, ...) en kinderen. Je kan dit bijvoorbeeld doen door het giftig lokaas in een stuk PVC-buis te plaatsen.
Blijft je lokaas onaangeroerd, dan mag je er van uit gaan dat het probleem is opgelost.
Opgelet : vind je in je omgeving dode ratten - dan zijn deze waarschijnlijk door het gif om het leven gekomen. Het is van groot belang om deze ratten te verwijderen - je kan ze bijvoorbeeld begraven. Op die manier voorkom je dat bijvoorbeeld sommige aaseters of natuurlijke vijanden van ratten (bv. uilen) de dode ratten consumeren en eveneens slachtoffer worden van het vergif.
Ratten zijn ook dragers van allerlei ziektes. Ook na het verwijderen van dode ratten uit vallen was je steeds je handen met zeep.
Slaag je er ondanks deze tips niet in om de ratten efficiënt te bestrijden, neem dan contact op met een private ongediertebestrijder.
Vragen?
Heb je vragen? Bel dan naar de dienst Milieu of maak een afspraak om langs te komen.