De klarinet is een houten blaasinstrument dat behoort tot de enkelrieten, net zoals de saxofoon, in tegenstelling tot de hobo en de fagot die bespeeld worden met een dubbel riet. Het instrument ziet eruit als een buis (66 cm lang) met toongaten en 17 kleppen. De gaatjes worden afgedekt met de vingers en voor de onderste kleppen zullen we de pinken nodig hebben!
Van alle houtblazers is de klarinet het instrument waar je het meeste aantal noten kan op spelen, je kan dus zowel laag als hoog spelen.
De 5 afzonderlijke delen van de klarinet passen perfect in een kleine koffer, handig dus om mee te nemen!
Een klein beetje geschiedenis…
De voorloper van de klarinet is de “chalumeau “. Vanaf 1690 ontwikkelde Johann Christoph Denner de eerste echte klarinet. Door de eeuwen heen zijn er telkens verbeteringen aangebracht en verder ontwikkeld tot hoe de klarinet er nu uitziet.
De klarinetfamilie bestaat uit verschillende soorten klarinetten, van hele kleine tot hele grote, maar de meest gebruikte klarinet is de Besklarinet, ook Si b klarinet genoemd, waar je ook op leert spelen in onze academie.
Waar kan je met de klarinet?
Klarinet wordt zowel in de klassieke als modernere, lichte muziek gebruikt. Je hoort ze regelmatig in jazz, klezmer, volksmuziek, dixieland,enz.
Door haar grote historische verleden is er ook een groot aanbod aan klassiek repertorium. Je kan zowel in kleine groepjes als in symfonische orkesten meespelen, maar met je klarinet kan je ook terecht in het harmonieorkest waar de klarinetgroep de grootste instrumentengroep vormt.
Enkele luistervoorbeelden
- Adagio uit het Konzert van W.A. Mozart
- Klezmer dances van Göran Fröst
Wat heb je nodig?
Een klarinet kan je huren aan de HAP.
Wat je zelf nog aankoopt tijdens het jaar zijn je eigen rieten.
Leerkracht
Annick Engelaere